Zondag 18 juli vertrokken wij om 7 uur. 's Avonds geslapen in de buurt van Bern (Zwitserland). Maandagmorgen, 9.30 uur, naar bestemmingsplaats Grindelwald, waar we om 11.00 uur aankwamen bij niet al te best weer. Campingplaats "Eigernordwand" opgezocht en de camper geïnstalleerd. Na de middag een stukje gewandeld en naar het station wezen kijken hoe laat de treinen vertrokken naar "De Kleine Scheidegg" en de "Jungfrau Joch" en ook naar de prijzen natuurlijk, welke hiervoor niet misselijk zijn. Daarna naar de ingang van de langste gondelbaan gegaan en daar ook de vertrektijden en de prijzen bekeken. Dit was het voor de maandag. Dinsdag om 8 uur opgestaan, gedoucht en gegeten en klaar gemaakt voor een wandeling (in de regen) naar Holenstein 1624 m (Grindelwald 950 m). Zware klim (zegt Mia). We namen nog al eens de kortste weg. Boven aangekomen een uurtje gerust en weer terug, nu via de geasfalteerde weg wat wel iets gemakkelijker ging maar nog altijd in de regen. Woensdagmorgen weer het zelfde ritueel van wassen, eten, radio luisteren en regen maar toch maar weer gereed gemaakt om te gaan wandelen. Ondertussen was het droog geworden. De zon was zelfs komen kijken en we gingen richting Kleine Scheidegg. Wat een steile stukken zitten hierin. Er wordt wat afgezucht, halverwege besluiten we om niet verder te gaan. Hier is op gerekend want juist op die plek staat een restaurant waar we naar binnen gaan. We nemen een glas cola en een stuk Zwitserse vlaai en gaan daarna weer terug naar beneden. Om half 4 zijn we weer terug op de camping en het weer wordt steeds beter. Bij de camper aangekomen kunnen we zelfs buiten gaan zitten en naar de Tour luisteren via de wereldomroep. Om een uur of 6 is het eten klaar en ik werk 5 pannekoeken naar binnen, daarna val ik buiten weer in mijn stoel om de laatste bladzijde van mijn boek te lezen. Donderdagmorgen ondanks een beetje miezerregen gaan we weer wandelen. Ditmaal naar de voet van de Wetterhorn (3701 m) waar de z.g. bovengletsjer naar beneden komt. Hier in het restaurant wat gegeten (duur) waarna we naar boven klommen naar de gletsjer, waar ze een tunnel uitgehakt hebben van 40 m diep. Puur ijs waar je wel een halve meter door kunt kijken. In die grot hebben ze allerlei dieren uitgehakt in het ijs: valken, rendieren, ijsberen enz. Prachtig was dit. Hierna wandelden we weer terug naar de camping door de prachtige bergwereld. Vrijdagmorgen om kwart voor 8 staan we op, en wat zien we, stralend weer. Nu gaat het pas echt beginnen, alle bergen de Wetterhorn, de Streckhorn, de Eigernordwand, de Monch enz. enz. zien we nu pas echt goed liggen. Deze willen we juist van dichtbij gaan bekijken. Dus gepakt en gezakt (film- en fototoestel) en de rugzak gaan we naar de gondelbaan om op te stijgen naar de Mänlichen (berg) waar het eindstation ligt op 2225 m hoogte. Wat je hier ziet is werkelijk schitterend, een tiental bergtoppen badend in het zonlicht en geheel bedekt met sneeuw. We lopen nog een paar honderd meter verder en komen aan een afgrond, werkelijk 1500 m diep, maar geen nood, een stevige afrastering zorgt er voor dat je niet naar beneden kunt vallen. Ver beneden ons zien we achtereen volgend de plaatsen Wengen, Lauterbrunnen met zijn bekende watervallen, Steckelberg en Murren liggen. Hier zien we zweefvliegtuigen en vele deltavliegers die deze bergwereld nog beter kunnen bekijken. Na dit alles gefilmd en gefotografeerd te hebben gaan we op een bank in het zonnetje zitten. Zalig maar oei, oei, 's avonds weet ik het wel. Je zult het niet geloven maar ook hier hebben ze een restaurant neer gezet. In het zelfbedieningsgedeelte halen we wat te eten en te drinken. Buiten op het terras wordt dit heerlijk verorberd. Na nogmaals even gefilmd en enkele foto's gemaakt te hebben (ik hoop dat het allemaal lukt want het lijkt wel of hier alles tegen de zon in gemaakt moet worden) besluiten we om terug te keren. Dit keer lopende het is toch steeds dalen, maar op den duur ontzettend vermoeiend. Op de prima bewijzerde paden zijn we na 2½ uur terug op onze bestemming met een geweldige ervaring rijker. Zaterdagmorgen wederom prachtig weer, dus weer snel klaar maken en weer omhoog naar de sneeuw. Ditmaal gaan we met de trein naar de Kleine Scheidegg op ruim 2000 m. Mia pakt een retourtje en ik een enkel, ik wil namelijk weer te voet terug gaan, (stoer hè). De trein doet er precies een half uur over. Het is geen gewone trein maar een z.g. tandradbaan, anders kwam hij nooit boven. Vanuit de trein (welke bomvol zit) zien we het restaurant liggen waar we woensdag nog gezeten hebben. Boven aangekomen stappen we uit en gaan de omgeving bekijken. Weer dezelfde bergen maar nu van een heel ander gezichtspunt uit. Nu zien we ook beter ver boven ons het Jungfraujoch en de Jungfrau op 3454 meter hoogte liggen, het eigenlijke doel in deze vakantie. Maar dan moet het wel net zo'n prachtig helder weer zijn als vandaag anders is het weggegooid geld (retourtje 125,00). Van hier uit gaat een andere tandradtrein via de Eigergletsjer en Eijsmeer naar het eindpunt Jungfraujoch maar hopelijk hierover meer later in deze vakantie. Boven op de Kleine Scheidegg gaat Mia alvast op een terrasje zitten want ik moet zonodig nog enkele foto's maken. Filmapparaat deze keer maar op de camping gelaten, het is ook zo'n gesjouw. Als ik terug kom bij het terras is ze juist klaar met de limonade en de taartpunt. Nadat ik hetzelfde genomen heb besluiten we om terug te keren. Ik zet mijn vrouw op de trein en zelf keer ik te voet terug. 2 Uur en 40 minuten geeft de wegwijzer aan (dat zal ik wel eens in een veel kortere tijd gaan doen). Zoals jullie begrijpen is het steeds weer dalen op een prima aangegeven maar niet altijd goed bergpad. Natuurlijk snij ik nu alle bochten af en inderdaad binnen 2 uur ben ik weer op de camping, waar Mia voor de camper zit nadat ze eerst in Grindelwald nog wat boodschappen is gaan doen. Het dalen van de Kleine Scheidegg kan nog vlugger maar toen ik bijna aan de camping was bemerkte ik tot mijn ontzetting dat ik mijn trainingsjack verloren had. Na een kilometer of wat terug lopen zag ik hem liggen juist toen een voorbijgaande Duitser hem opraapte. "Oh daar ist mijne jacke" riep ik en de goedgelovige man reikte hem direct aan mij over. Hij zal wel begrepen hebben dat men hier niet gaat wandelen in alleen een korte broek aan. Wedden Leo, dat we de terugweg in 1 uur en 30 minuten doen. Zo de koffie is weer klaar en we besluiten om morgen, zondag, naar de Gletsjerschlucht te gaan welke hier overal aangeprezen wordt. Zondagmorgen, het regent weer. We wachten tot ongeveer half elf tot het bijna droog is en besluiten dan om toch maar te gaan. Koud is het niet, dus toch maar de korte broek aan en de regenjassen meegenomen. Naar de Gletsjerschlucht is maar een half uur lopen, daar aangekomen valt het ons op dat we zowat de enige zijn in korte hoze, maar ja we gaan toch niet terug. We kopen twee kaartjes en gaan de klapdeuren door en zitten in de schlucht. Voor wie het nog niet weet, dit is een nauwe doorgang waaronder een rivier doorstroomt. Tegen een van de wanden is een plankier bevestigd waarover wij moeten lopen. Na een paar honderd meter kan er geen plankier bevestigd worden en nu worden we door tunneltjes geleid, de een nog donkerder dan de andere. Om de 30 á 40 meter is een gat gemaakt waardoor we weer in de nauwte kunnen kijken. Dan komen de bruggetjes weer terug en na een kilometer houdt het op en moeten we weer dezelfde weg terug. Nu begrijpen wij ook waarom wij zowat de enige in korte broek zijn (de regenjassen hadden we ondertussen wel aangedaan). Het is er tamelijk fris en er liep nogal wat water langs de rotsen naar beneden. Maar overdreven vonden wij wel dat er mensen met dikke truien en berenmutsen opliepen. Machtig was het trouwens hier wel, loodrechte wanden van honderden meters hoog die leken dat ze boven tegen elkaar aankwamen. Toen we weer buiten de schlucht waren zijn we even op een bankje gaan zitten. Vlakbij stond een bordje met pijl waarop stond Marmerbruch, als rechtgeaarde bouwvakker moest ik die natuurlijk gaan zien. Ik vroeg "Ga je mee" maar toen ze omhoog keek naar dat rotspaadje zei ze "Je mag gerust alleen gaan, ik wacht hier wel" (achteraf maar goed hoor). 40 Minuten stond er op dat bordje aangegeven, maar dit is duidelijk bedoeld voor ouden van dagen. De Marmerbruch bestond gewoon uit een houten brug die boven over twee rotswanden van marmer gelegd was. Ver beneden zag ik het plankier lopen waar we een uur geleden samen over gelopen hadden. Dus dit was de bovenkant van de schlucht. Nog enkele foto's genomen en weer beneden aangekomen moesten we even schuilen voor een regenbui. We trokken de regenjassen maar weer aan en liepen terug richting camping. 's Avonds gingen we uit eten in het hotel wat ook op de camping staat en waarvan de campingbeheerder ook de eigenaar is. Een Wienersnitzel met salade ging er in als koek, weggespoeld met een pot bier die je met twee handen moet vasthouden. Daarna nog een coupe ijs en we zaten bartensvol. Maandag hebben we besloten om er maar een rustdag van te maken. Dus op camping blijven, het was droog en af en toe scheen de zon. Om half 12 was ik het uitrusten eigenlijk al lang moe. Dus het fototoestel gepakt en ik liep naar Grindelwalddorf. Om 3 uur kwam ik op de camping terug met een volgeschoten filmpje van de omgeving en dorp Grindelwald. Jullie zullen je wel afvragen, wat doen die fietsen die je meegenomen hebt. Nou eerlijk gezegd die zitten nog steeds achter op de bus zoals ik ze vastgemaakt hebt. Dat fietsen valt hier echt niet mee, alle wegen lopen minimaal 10 % omhoog of omlaag, alleen de hoofdweg is misschien te doen, maar deze is weer zo smal dat als er twee auto's elkaar passeren en je zit er toevallig net bij, het toch erg link is voor ons als geen ervaren fietsers in de bergen. Maar de vakantie duurt nog lang, we zien wel. Dinsdag 27 juli. Het is prachtig weer en we gaan met de gondelbaan naar de First op 2168 m. Wat zullen we doen een retourtje of een enkeltje? We pakken allebei een enkel, boven zullen we wel zien hoe we terug gaan. Via twee tussenstations Bort en Grindel komen we om 11 uur op de First aan. En daar zien we ze weer liggen achtereenvolgens op een rij de 3704 m hoge Wetterhorn, de veelpuntige 4070 m hoge Schreckhorn, de 4274 m metershoge punt van de Finsterhorn, de brede kop van de 4049 m hoge Fiescherhorn, de 3974 m hoge Eiger, de 4105 m hoge Monch en als slot van deze reuzeparade de 4159 m hoge Jungfrau. Al deze bergen vol met sneeuw, ijs en gletsjers. Buiten op het terras hebben we naar al dit moois wel een uurtje zitten kijken en besloten toen om te voet naar de camping terug te gaan. Het is nog even dubben naar rechts of naar links. Naar rechts is er een bergpad tot aan de Grote Scheidegg van waar een geasfalteerde weg naar Grindelwald loopt. Deze weg wordt wel de meest bewandelde weg van Berner Oberland genoemd. Het eerste gedeelte is wel heuvelachtig tot aan de Grote Scheidegg, maar dan daalt hij tot Grindelwald met een percentage van 10 %. Naar links gaat de weg klimmend naar de schilderachtige gelegen Bachsee en van daaruit steil klimmend naar de Faulhorn 2681 m hoog. Bij de afdaling van de Faulhorn kun je weer genieten van de prachtige bergwereld van Berner Oberland. Vanaf de Faulhorn kan men naar Bussalp en dan eventueel met de bus terug naar Grindelwald. Het wordt dan toch maar naar rechts via de Grote Scheidegg. Die ander weg via de Faulhorn komt nog wel een ander keer aan de beurt en anders een volgende vakantie dat staat nu al vast. Eerst naar de Grote Scheidegg een kilometer of 5 over een rotsachtig pad gelukkig niet te steil omlaag. Op de punt van de Scheidegg natuurlijk een restaurant. Mia bestelde een Saladeteller met limonade en ik een Wurstsalade met cola. Na deze wandeling smaakte dit uitstekend en we hadden nog een hele etappe voor de boeg. Dit laatste stuk was wel 9 kilometer lang maar ging wel over een betuumweg en constant dalend. Op deze weg mag geen verkeer komen, enkel de autobus, de zogenaamde postbus welke de hele dag mensen vervoerde van Grindelwald naar de Grote Scheidegg. Niet voor niets wordt deze weg genoemd de meest bewandelde weg van Grindelwald, wat een prachtig landschap, groen, groen en nog eens groen, bezaaid met rotsblokken waartussen de weg zich slingerd met ontelbare haarspeldbochten. En overal om ons heen de besneeuwde bergtoppen. Om 5 uur waren we weer terug, aangezien we honger hadden ging ik koken (grapje) maar lekker was het wel. 's Avonds ben ik nog een wandelingetje gaan maken naar "Schmendi". Woensdag 28 juli. Weer een stralende dag, het is echt een dag om niks te doen. Toch gaan we maar naar Grindelwald om enkele inkopen te doen. Toen we in het park op een bank zaten raakten we in gesprek met een man en een vrouw uit Den Haag. Deze bleek een bouwondernemer te zijn, dus een uur is dan vlug gevuld. Na elkaar nog een verdere prettige vakantie te hebben gewenst gingen we uit elkaar. De Telegraaf onderweg nog gekocht gingen we weer richting camping. Donderdag 29 juli. Wederom prachtig weer. Mia had die avond ervoor al gezegd als het morgen weer zo warm is blijf ik liever op de camping om wat te lezen, puzzelen of breien enz. Dus moest Jos er alleen op uit, maar ik had mijn route al klaar liggen. De Bussalp moest het eindpunt worden. De heenweg was een lange klim, van 943 m moest ik naar een hoogte van 1828 m, een verschil van bijna 900 meter of te wel 12 Astense kerktorens op elkaar. Volgens de wandelkaart moest ik na de supermarkt meteen rechtsaf. Het klopte precies en meteen ging het al steil omhoog. In het begin was het nog een heel mooi en goed pad, maar na de weg vorderde werd dat ook minder, tot het nog maar een geitepaadje was. Wat heb ik moeten afzien, stukken waar ik om de honderd meter even moest rusten. Op een kilometer of 2 van de Alp zag ik al waar ik wezen moest, inderdaad een restaurant met een groot terras. Ze weten precies waar ze die neer moeten zetten. Iedereen die boven op een berg komt heeft honger en dorst en de eigenaren profiteren en genieten daarvan. Zo ook ondergetekende, maar eerst ontdeed ik mij van bijna alle kleding om deze te drogen te leggen. Deze waren in de zon nog al eens droog zodat ik me weer aankleedde en me op het terras kon vertonen. 2 Glazen cola, een groot stuk appelstrudel, toen nog een fles bier en ik was weer een beetje bekomen, zodat ik de terugweg weer kon aanvaarden. Lekker dalen, maar steil dalen is ook een martelgang (heerlijk die doe vakanties). Ik had een andere terugweg gekozen (stond ook op de kaart), weer een weg waar alleen de autobus mag komen. Onderweg had ik de tijd om de besneeuwde bergen te bekijken (op de heenweg waren ze mij helemaal niet opgevallen). Vooral de groene hellingen en overal waren ze aan het hooien, dat gaat hier vlug met dit prachtige weer. Vandaag maaien, en omgooien, morgen nogmaals omzetten en de derde dag opladen en naar binnen voor de koeien die hier rijkelijk aanwezig zijn. Om 5 uur kwam ik weer heelhuids op de camping aan, met de eerste blaren op mijn tenen en ontzettend moe ( ben duidelijk de 18 gepasseerd). We spraken af als het morgen (vrijdag) weer mooi is om naar de Jungfrau te gaan, wat het hoogtepunt van onze vakantie moet worden. Ruim 3500 meter hoogte welke overwonnen moet worden met een tandradtrein. Vrijdagmorgen, ja, ja een heldere strakke blauwe lucht. Om 7 uur waren we al uit de veren en om half 9 zaten we al in de trein. Eerst naar de " Kleine Scheidegg" hier waren we al een keer geweest. Hier moesten we ook overstappen in de Jungfraubaan. Toen ging het via tunnels en viaducten naar het eerste tussenstation "Eigergletsjer" (2320 m). Op de rit naar de Eigergletsjer zien we boven de alpenweiden heel duidelijk. De Eiger 3970 meter, de 4099 meter hoge Monch en de 4158 meter hoge Jungfrau blinken in de zon. Bij dit station kan men uitstappen en lange bergtochten maken, maar dit was vandaag niet ons doel. Wij moesten nog een 1200 meter via de "Eiger", de "grote Moordenaar" noemen de alpinisten deze steile noordwand. Maar wij moesten er niet overheen maar er door heen via een 7,5 kilometer lange tunnel die door de Eiger gehakt is. Halverwege bij een hoogte van 2865 meter komt men bij station Eigerwand. Hier heeft men 5 minuten de tijd om even uit de trein te stappen en via een korte tunnel naar de buitenwand van de Eiger te lopen. Hier heeft men ramen in geplaatst, waardoor men naar buiten kan kijken en foto's maken. Kale rotsen, sneeuw en ijs en gletsjers is alles wat men ziet. En weer gaat het verder via de tunnels die men uitgekapt heeft in de blauw-groene kalkrotsen, weer hetzelfde ritueel even stoppen, kijken en weer verder voor de laatste etappe. Weer door een tunnel met een stijging van 25 procent naar het eindpunt het "Jungfraujoch" 3454 meter hoog. Het Jungfraujoch is een inzinking tussen 2 hoge bergen de Monch en de Jungfrau. Hier stappen we uit en wat we dan te zien krijgen is ongelooflijk, alleen het gebouw al wat hier staat, alles er op en eraan, 3 restaurants, liften, toiletten, souvenierswinkels, postkantoortje, ja alles, en bovendien alles in marmer. Via een tunnel komen we buiten en daar lopen we dan midden in de sneeuw kilometers en kilometers voor wie dat wil. Boven is het wel fris, maar de zon schijnt zo fel dat men een zonnebril niet kan missen. Ook staat er een grote slede gereed met 8 poolhonden ervoor, voor 4 Zwitserse fr. mag je een ritje maken van een paar minuten. Mia krijg ik zover dat ze instapt en ik vlug een foto gemaakt en gefilmd. Nadien ga ik nog een wandeling maken door de sneeuw. Van hieruit ziet men ook een van de grootste gletsjers van Europa, de Aletchgletsjer. Met zijn 52 km² de grootste gletsjer van het hele alpengebied. Totaal is hij 25 km lang, zijn grootste breedte bedraagt 1800 meter zijn grootste dikte is niet minder dan 800 meter. Hierboven waar wij staan is hij 600 meter dik. Een groot pak ijs, onbeschrijflijk machtig en mooi is de ons omringende bergwereld van sneeuwtoppen, gletsjers en steenlawines die naar beneden zijn gedonderd. Zonder gevaar kan men deze ruige wereld van dichtbij bekijken en fotograferen. Op de sneeuwvelden werd ook druk gebruik gemaakt om te skiën. Dan stappen we in de lift en gaan nog 112 meter hoger waar een weerstation is gevestigd. Als we weer beneden zijn gaan we door een tunneltje en plotseling staan we in het ijspaleis. Hier is werkelijk alles ijs, de vloeren, de wanden, de plafonds, de pilaren die dit alles moeten ondersteunen zijn ook van ijs. Overal zijn afbeeldingen in het ijs uitgehakt, allerlei dieren, figuren, huisjes en bomen enz. Na een grote poster hoe het er hier allemaal uitziet gekocht te hebben besluiten we om terug te keren met het treintje tot bijna bij de camping. Een ontzettende mooie dag hebben we gehad. En als we dan van de camping uit omhoog kijken, hoog tegen de bergen op, dan vraag ik mezelf af hoe hebben ze zoiets klaar kunnen krijgen. Aan dit alles hebben ze 14 jaar gewerkt, op 1 augustus 1912 werd de baan in gebruik genomen. Zaterdag 31 juli. Er moeten weer boodschappen gedaan worden, dus de tas gepakt en samen naar de slager en de supermarkt (gek hè, dingen die ik thuis in Asten nooit doe zijn hier heel gewoon). Als we alles bij elkaar hebben, sjouwen we weer naar de camping en gaan nog een korte wandeling maken (dachten we). Weer een andere wandelweg, Grindelwald en omgeving heeft wel 300 kilometer wandelweg, dus voorlopig kunnen we vooruit. Al deze wegen zijn prima bewijzerd, verdwalen kun je gewoon niet. Op een gegeven moment zaten we op een bank (die staan er ook honderden) met een prachtig uitzicht (alweer), zo mooi dat we het jammer vonden dat we het fototoestel thuis gelaten hadden. Misschien ga ik er van de week nog wel een keer naar toe. Thuis gekomen was het al weer 5 uur geweest en de zaterdag zat er bijna op. Zondag 1 augustus. Vandaag is het in Zwitserland nationale feestdag. Het is goed te merken, alle huizen, hotels zijn getooid met vlaggetjes en lampions en heel veel huizen hebben 23 verschillende vlaggetjes van elk kanton een buiten hangen, wel een sierlijk geheel (Kanton is soort provincie). Wat zullen we vandaag gaan doen? Juist wandelen, alhoewel het bijzonder warm is. In Grindelwald zet ik Mia bij de gondellift af, zij stapt dan bij het station Bort uit, dit is ruim 500 meter boven Grindelwald. Ik besluit dat ik te voet ga, boven zullen we elkaar dan weer zien, van waar we dan met een omweg terug zullen keren, ditmaal beide te voet. Om 13.00 uur, na een klauterpartij van een paar uur kwam ik boven en val uitgeput bij mijn wederhelft in het gras. "Was het zwaar" vraagt ze, en met een stalen gezicht zeg ik "Oh, het ging nogal". Na een uur staan we op en gaan we (juist ja) naar het restaurant dat ook hier weer is neergepoot. We bestellen ieder twee gebakken eieren met "schinken" en een drankje (halve liter bier). Mes en vork en onderlegger werd gebracht. Even later 2 eieren met schinken, welke Mia kreeg, die van mij komt zo dadelijk dacht ik. Het duurde nogal even en ik zei begin maar vast anders wordt het koud. Maar na een half uur had ik nog niets. De serveerster aangehouden en jawel met honderd verontschuldigingen werd het mijne gebracht. Toen we het naar binnen gewerkt hadden en nog een uurtje in de zon gezeten hebben, stapten we op en met een grote omweg, als maar dalend door een prachtig bos (gelukkig maar want de zon scheen onbarmhartig) naderde we Grindelwald weer. We liepen nu weer op de gewone paden en we waren blij dat we bij een beekje kwamen waar we onze dorst konden lessen. Wat kan koud water dan lekker zijn. "Thuis" gekomen waren we behoorlijk moe en na een heerlijke douche gingen we omdat het Nationale feestdag en tevens zondag was uit eten bij het restaurant. We bestelden varkensnitzel van de grill met gemengde salade en pommes frites. Als drank bestelde Mia limonade en ik een grote pot bier (halve liter). De drank werd gebracht en tot mijn verbazing kreeg ik in plaats van bier een halve liter melk. Bij het zien van melk ben ik al in staat om ziek te worden, laat staan dat ik het moet opdrinken. Maar het misverstand werd opgelost, alsnog kreeg ik mijn bier en de melk werd mee terug genomen door de lachende serveerster. Nadat we gegeten hadden en nog een coupe ijs na, gingen we naar "huis" alwaar we nog een paar potjes jokerden en toen naar bed. Maandag 2 augustus. Het lijkt wel of het vandaag wasdag was. Mia sjouwde met emmers water en alles waarvan ze dacht dat het vuil was moest er aan geloven. Een draad gespannen en voordat de tweede was gedaan was kon de eerste alweer afgehaald worden, zo fel scheen de zon alweer (zeer sterk overdreven hoor wat het wassen betreft). Aangezien ik toch niet mocht (kan) meehelpen ben ik maar een eindje gaan wandelen. Toen ik daarvan terug kwam was het eten al klaar en de dag bijna ten einde. Dinsdag 3 augustus. De gondelbaan welke we nog niet genomen hadden was die naar de "Pfingstegg". Vlakbij de kerk van Grindelwald gaat hij van 989 meter naar en hoogte van 1391 meter. De bedoeling was als volgt: Mia zou met de gondel gaan en de bagage meenemen (foto- en filmapparaat) en ik zou te voet gaan om me boven weer bij haar te voegen. Maar wat gebeurde er, bij de lift aangekomen (en bijna afscheid genomen) zei ze, ik probeer het ook om naar boven te lopen. Dus wij beide op pad met de plattegrond waar het hele wandelgebied van Grindelwald op staat aangegeven. Af en toe kwamen we wel hele steile stukken tegen (met wat meer hijgen en puffen). Door bossen en over geitepaadjes kwamen we toch na 2 uur boven. We zochten een bank op, die ook hier weer voldoende staan, en vielen daar op neer. Mijn shirtje was weer drijfnat (alle jezus, wat kan ik zweten). Nadat we uitgerust waren zochten we het terras op, dronken wat en vertrokken we weer. Nu ging het richting Wetterhorn, een van die pieken waarmee het hier bezaaid ligt. Via een bergpad ligt dalend naar de gletsjer aan de voet van de Wetterhorn. We kwamen bij de ijsgrot uit waar we eerste donderdag ook geweest waren, maar nu vanuit een andere invalshoek. Hoog tegen de bergwand van de Wetterhorn op ruim 2300 meter hoog (zie foto) hebben ze de Glecksteinhutte gebouwd. Ieder moment denk je daar valt het naar beneden, ongelooflijk hoe ze dat klaar gespeeld hebben. Maar ook hier loopt en pad naar toe (nou ja, dit wordt echt klimmen). Ik bewaar hem maar tot volgend jaar (Grapje). Bij het restaurant kregen we plotseling honger. Na 2 gebakken eieren met schinke, weggespoeld met bier en limonade aanvaarden we weer de terugtocht. Om half zes waren we weer op ons stekkie. 's Avonds besloten we dat we donderdagmorgen zouden vertrekken. Bij het samenstellen van onze vakantie zat nog een bezoek aan Lauterbrunnen en Kanderstegg gepland. Twee bergdorpen een kilometer of 20 van Grindelwald vandaan. In Lauterbrunnen willen we de Staubachwaterval nog gaan bekijken en bij Kanderstegg de Oechinesee, een van de mooiste bergmeren van Zwitserland. Woensdag was het dus uitblazen, nog een paar souveniertjes gekocht in Grindelwald en weer terug naar de camping, waar we nog op een onweersbui getrakteerd werden. 's Middags ging Mia vast afrekenen bij de campingeigenaar en daarna zijn we toch nog eventjes wezen fietsen waar het nog wel ging. Dus ze zijn toch niet voor niets mee geweest. Donderdagmorgen. Om kwart over zeven was het opstaan geblazen. Nadat we gegeten hadden werd er van de campinghouder en zijn vrouw met het gebruikelijke Auf wiedersehen afscheid genomen en vertrokken we om 9 uur van Grindelwald richting Lauterbrunnen, een kilometer of 12 van Grindelwald vandaan. Lauterbrunnen ligt in een nauw zijdal waar aan weerszijde de rotswanden loodrecht honderden meters opstijgen. De watervallen die hier vandaan naar beneden komen zijn er tientallen, deze eindigen allemaal in de ruwe "Weise Luchine" welke aan het einde een wild stromende rivier geworden is stromende richting Interlaken. Ondertussen heeft de "Zwarte Luchine" zich hier ook nog bij gevoegd en samen stromen zij in de Thunersee. De grootste waterval de "Trummelbach" kan men in Lauterbrunnen nog van dichtbij bekijken, een geweldig gezicht hoe hier met donderend geraas het smeltwater van de sneeuw- en ijsvelden van de Jungfrau, de Monch en Eiger naar beneden komt. Elkaar verstaan is er niet bij zo'n ongelooflijke herrie maakt dit schouwspel. Verder doorrijden is het nog 6 kilometer naar Stechelberg waar de weg ophoud te bestaan en staan we te staren weer naar andere bergen welke aan het einde van het dal hoog oprijzen. Ook deze zijn te bereiken met wandelpaden. Vanuit Lauterbrunnen kan men met een gondelbaan, welke bijna loodrecht opstijgt naar het plaatsje Murren en van hier uit weer hoger naar de " Schilthorn" op 2700 meter hoogte, midden in de sneeuw. Het unieke hier is dat er een restaurant is welk de gehele dag ronddraaid. Dus al etend en drinkend kan men hier de hele bergwereld bekijken. Maar deze tocht hebben we maar niet meer gemaakt, de tijd en de nodige franken noodzaakte ons om Lauterbrunnen weer te verlaten. Misschien komt dit in de lopende jaren nog wel. De bedoeling was om nog naar Kanderstegg te rijden, maar omdat het ondertussen alweer half drie was geworden, zagen we ook hier maar van af (laten we ook zitten voor een volgende keer). Nu ging het weer richting Duitsland. 's Avonds aten we bij een wegrestaurant waar we ook overnacht hebben. Vrijdagmorgen sliepen we uit tot 9 uur. Nadat we de broodjes verorberd hadden die we in het restaurant gekocht hadden ging het "full speed" richting Asten, waar we om 18.30 arriveerden. De vakantie was ten einde. 's Avonds hebben we nog nagenoten met de familie van de film. Dinsdag als de dia's klaar zijn wordt het nogmaals genieten van al het moois wat we gezien hebben. Deze vakantie, die we vrij nauwkeurig uitgestippeld hadden met kaarten en boeken is geweldig bevallen. Wat we perse wilden zien, hebben we ook gezien, maar uitgekeken raak je hier nooit dus een vervolg zal er best eens komen. Bij 18 dagen Zwitserland zitten ook 18 avonden en wat deden we dan. Gewoonlijk aten we rond 6 uur, half zeven. Daarna naar de berichten luisteren en het weer voor de komende dagen. Na het eten moest er afgewassen worden. Dit deed Mia, dikwijls maakte ik dan nog een ommetje. Om 8 uur dronken we koffie waarna we dikwijls een uurtje jokerden (Mia's hobby) onder het genot van een glaasje bier of fris. Mia kwam de avonden verder door met breien, puzzelen en lezen en ik met lezen, muziekje luisteren en hierbij kwam het idee om onze vakantie op schrift te stellen. Om zo eenieder mee te laten genieten van de schitterend bergwereld van Zwitserland.